“De hel zit vol goeie bedoelingen,” wist de monnik Bernard de Clairvaux duizend jaar geleden al. In Les chevaliers blancs zet de Brusselse regisseur Joachim Lafosse die aloude wijsheid nog maar eens in de verf. De inspiratie haalde hij bij een roemruchte affaire uit 2007, toen leden van een Franse NGO aangeklaagd werden wegens onder meer oplichting en poging tot ontvoering.
Dat zijn geen lichte beschuldigingen, maar Lafosse heeft allerminst de bedoeling om zijn personages af te schilderen als boosaardige blanken. Integendeel, je twijfelt er niet aan dat die ontwikkelingshelpers er stuk voor stuk heilig van overtuigd zijn dat ze goed werk leveren. Zij denken dat de kinderen die ze onder hun hoede nemen echt een beter leven tegemoet gaan.
Les chevaliers blancs is geen film die alles netjes uitspelt voor het publiek en zegt wat je moet denken. Lafosse schetst de situatie, zet er een paar goeie acteurs in — Vincent Lindon steekt er alweer bovenuit — en laat de conclusies aan de kijker. Omdat de cineast het allemaal op een afstand bekijkt, grijpt Les chevaliers blancs niet zo ontstellend naar de keel als Lafosses vorige, À perdre la raison. Maar hij schotelt je wel een heikel vraagstuk voor.