Moet je de eerste Sinister gezien hebben voor je aan het vervolg begint? Lastige vraag. Aan de ene kant kan het geen kwaad omdat je op die manier de mythologie van het verhaal begrijpt.
Sinister 2 gaat er immers vanuit dat je die kent. Bovendien begrijp je zo beter wat dit vervolg precies boeiend genoeg maakt. Door de boel om te keren en alles door de ogen van een kind te bekijken, vermijdt de film dat hij alles gewoon nog eens dunnetjes overdoet.
De keerzijde van de medaille is dat de originele Sinister hoe dan ook een klasse beter was dan deze sequel, en dat zal je natuurlijk des te meer opvallen als je kan vergelijken. Om het simpel samen te vatten: de Ierse regisseur Ciarán Foy weet wel hoe je een ongemakkelijk sfeertje bij elkaar klopt, maar tegen de talenten van zijn voorganger Scott Derrickson moet hij het afleggen.
Dat is echter op zich geen schande, temeer omdat Sinister 2 de meeste van zijn zwakke punten — sommige personages zijn wel heel oppervlakkig geschetst — countert met een geslaagde vondst. De snuff-filmpjes doen trouwens nog steeds prima hun werk. Of hoe een sequel niet noodzakelijk een sukkel hoeft te zijn.